Vanuit het diepe zuiden
steeds op weg naar ergens heen
om overal te spelen
van Maastricht tot Heerenveen
Ik zie het landschap glooien
door het lage licht verblind
laat maar vriezen laat maar dooien
we waaien met de wind
Langs dorpen en langs steden
onder bruggen van beton
de toekomst, het verleden
tot aan de horizon
Voor wie het maar wil horen
het avondrood, het wit en het blauw
van het zuiden tot het noorden
ik voel me thuis bij jou
De rook van fabrieken
deint mee op elke zucht
ik hoor het suizend wieken
van een vogel op de vlucht
Ik bezing de hoogste bomen
alleen voor jou hier in de straat
over mijn verdronken dromen
en een zon die ondergaat
Over Nederlandse wegen
de wielen draaien rond
hier en daar wat regen
op de verstoven grond
Door muziek gedreven
door geluk hierheen gebracht
het verlangen is gebleven
na die eindeloze nacht
Van het zuiden tot het noorden
uit en thuis met jou
voor wie het maar wil horen
Het avondrood, het wit en het blauw
van het zuiden tot het noorden
uit en thuis met jou
Tekst: Jack Poels, Muziek: Guus Meeuwis, Jan-Willem Rozenboom en J.W. Roy