Jong

Eloise

Als kind wordt hij geboeid door liedjes op de radio, een paar jaar ouder schaft Jack Poels zich ook plaatjes aan. Eindeloos draait ie songs als ‘Ruby’ van Kenny Rogers en ‘Eloise’ van Barry Ryan. Die muziek roept bij Jack een gevoel van vrijheid op. Anders gezegd: muzikant worden, dat lijkt hem wel wat.

Op zijn tiende krijgt de jonge Poels van een dorpsgenoot een banjo: een oud kreng waar niet op valt te spelen. Dat ding wordt dus geruild voor een gitaar, maar ook die speelt voor geen meter. Vervolgens wordt een Spaanse gitaar aangeschaft en daarna een echte: een elektrische. Nu nog een versterker. Moeder Poels strijkt over haar hart en Jack mag een versterker kopen.
Een paar jaar later ontmoet hij op de Leao in Venlo een jongen die een drumstel heeft en een zangmicrofoon. Drumstel, gitaar en microfoon: Jacks muzikale carrière kan beginnen.
X