Staren naar de wolken is mijn favoriete bezigheid als ik onderweg ben. Als ze heel bijzonder zijn, pak ik mijn telefoon en maak er een foto van. Vandaag doe ik dat niet. Ik ben bang dat het beeld dat ik nu zie, verwaait en onherkenbaar wordt als ik nu wegkijk. Hoog in de lucht hangt een wolk in de vorm van een kind op een paard. Ik geloof mijn ogen niet. Het is als een illustratie uit een plaatjesboek. Alles klopt aan deze tekening. Het kind raakt met z’n voeten de grond en zit met een gestrekte rug klaar om aan zijn reis te beginnen. Ondertussen draait onze bus de snelweg op. Ik leun voorover en probeer de donkergrijze aquarel terug te vinden. Net stond hij nog aan de hemel, maar nu is het plaatje verdwenen. Als een gedachte die is vervlogen en opgelost in het grote luchtruim. Gelukkig staat alles nog haarscherp op mijn netvlies. Volgend jaar komen de beelden weer terug, dan schuift er weer een wolk voor het raam en vertelt ons nieuwe verhalen. Tot dan.