Ik las ’n woord: ‘kerstaquarel’
toen werd ‘t stil, toen ging ’t snel
toen ging het sneeuwen in m’n hoofd
het was kerstmis, ik ’n kind
de wangen gloeiend van de wind
m’n handen door de kou verdoofd
de natte jassen op de gang
de kleur van Kerst op ’t behang
bij tante Paula op bezoek
met m’n nichtjes zong ik vroom
voor de kleine groene boom
op de tafel in de hoek
en thuis m’n ouders en m’n zus
de geur van spuitsneeuw uit ’n bus
geslepen glas met rode wijn
en kindje Jezus, dat lag los
naast de herders in het mos
te blozen in de rode schijn
buiten gure wind en kou
de auto die niet starten wou
het kaalgeslagen winterland
ik zat binnen op de grond
en ik streek met open mond
het penseel vast in m’n hand.